Vandaag wil ik iets leuks met jullie delen! Mocht je je nou afvragen wat er zich achter de deuren van de abdij afspeelt dan kan deze teaser een tipje van de sluier oplichten. Deze vind je onderstaand! Ik ben razend benieuwd naar wat jullie ervan vinden dus schroom niet om het te laten weten!
Ellis van Zijll | Abdij van de nacht teaser
In de gebedsruimte heerste een doodse stilte. Het zwakke licht, wat door de glas-in-loodramen naar binnenviel, weerkaatste op de neerdwarrelende stofdeeltjes. Het gewelfde plafond wat ooit prachtig beschilderd was met heiligen van het ketter geloof, was nu besmeurd met bloed en aarde. De zure geur van verrotting bleef hangen als een mistdeken boven de koude keien vloer. Voor in de langwerpige zaal bevond zich een gedaante. Zijn pezige benen lagen onder hem gevouwen en zijn uitgemergelde gezicht raakte de vloer terwijl hij geknield leek te bidden. Een veel te grote versleten monnikspij verhulde de rest van zijn lichaam, een pij die hij eigenlijk niet waardig was volgens de regels van het “Ware Geloof” of wel het “Lupus Religio”.
Zijn vingers trilden op de ruwe stenen en zijn adem liet een waas achter op het gesteente. De jongeman die zijn uiterste best deed om zich op de gebeden te concentreren, zuchtte toen het hem uiteindelijk niet lukte. Bevangen door zijn verleden zat hij daar op de vloer, als een zielig hoopje.
Dago hoopte dat geen van de andere Lupus hem zou zien, dan zouden ze vast weten dat zijn geloof niet echt was... dan deden ze hem vast iets aan! Schichtig schoot Dago overeind toen hij geschuifel hoorde. Trage voetstappen leken dichterbij te komen. Dago kende ze maar al te goed en een opgeluchte glimlach verscheen op zijn gezicht. Zijn donkerbruine ogen, die bijna zwart waren van kleur, begonnen te glanzen.
‘Broeder Vesperum,’ sprak de jongen verheugd, zonder om te kijken. Dago kon zijn stem al bijna horen spreken. “Mijn jongen, klein gebroed. Je verleden moet je loslaten, maar op je eigen tempo. De Wolvengod zal je hier niet om veroordelen, zoals de anderen dat beweren. In je hart weet je dat!'”
Bij het denken aan deze woorden voelde Dago zich warm worden vanbinnen. Broeder Vesperum was zijn dierbaarste en enige vriend in Sanctum Ira. Tot Dago’s teleurstelling bleek het niet de oude Vesperum die naderde. Er klonk een grommend gegrinnik vanachter zijn magere rug. Nu draaide Dago zich om en twee bloeddoorlopen ogen ontmoetten de zijne.
Reactie schrijven